El Niño is een fenomeen dat optreedt
in de tropische Stille Oceaan. De gevolgen blijven echter niet
beperkt tot dit gebied, maar zijn tot ver buiten de Pacific
voelbaar. El Niño kan droogte brengen in Australië,
Brazilië, India en zuidelijk Afrika, en kan oorzaak zijn
van overstromingen in het middenoosten van Afrika en langs de
westkusten van Zuid-Amerika.
Normale omstandigheden in de Stille
Oceaan
Bij normale condities bevindt zich in het
oostelijk deel van de Grote Oceaan een gebied met hoge luchtdruk,
terwijl in het westelijk deel de luchtdruk lager is. De passaatwinden
rond de evenaar compenseren deze luchtdrukverschillen en waaien
van Zuid-Amerika naar Nieuw-Guinea. Deze winden beïnvloeden
ook de oceaanstromingen en voeren warm water met hogere zeespiegels
naar het westen.
De zee nabij Nieuw-Guinea heeft dus een hoger waterpeil en het
water is er warmer dan het water voor de kust van Zuid-Amerika.
De weggeblazen warme watermassa in het oostelijk deel van de
Pacific wordt aangevuld met koud opwellend water, waardoor de
thermoklien (overgang tussen het warm water in de toplaag en
het koude diepe water) dichter bij het oceaanoppervak komt te
liggen. De relatief lage zeewatertemperatuur (20-24 °C)
in het oosten van de Stille Oceaan houdt de luchttemperatuur
laag en onderdrukt convectie in de atmosfeer.
In het westen daarentegen is de temperatuur van het zeewater
hoog (28-30 °C) en dit bevordert de atmosferische convectie.
Er ontstaat in de atmosfeer een circulatie van warme stijgende
lucht in het westen, die in de hogere luchtlagen oostwaarts
stroomt in daar terplaatse weer daalt.
El Niño omstandigheden
Tijdens een El Niño-periode veranderen
de winden van richting als onderdeel van een grootschaligere
periodieke verschuiving van luchtdrukpatronen boven de Indische
en Stille Oceaan (Zuidelijke Oscillatie). Boven de westelijke
tropische Stille oceaan waaien warme winden nu oostwaarts, in
de richting van Zuid-Amerika. Het wordt warmer en natter in
het oostelijk deel van de Pacific. De constante flow van opwellend
koud water wordt gestopt en de thermoklien wordt terug naar
beneden geduwd. Boven het midden en het oostelijk deel van de
Pacific bevindt zich nu een gebied met lage luchtdruk, waardoor
sterke convectie een omgekeerd circulatiepatroon bewerkstelligt.
Hierdoor wordt de El Niño in stand wordt gehouden. Het
gehele systeem van El Niño en de Zuidelijke Oscillatie
wordt vaak aangeduid met "ENSO" (El Niño Southern
Oscillation).
La Niña omstandigheden
Een El Niño-periode wordt vaak gevolgd
door een La Niña-periode. Dit is de omgekeerde toestand,
waarbij de passaatwinden krachtiger waaien in westelijke richting.
De thermoklien komt hierdoor hoger te liggen, waardoor het zeewater
voor de kust van Zuid-Amerika kouder is dan normaal.
Mondiale effecten
Onder normale omstandigheden is het in het
westen van de Pacific warm en de opstijgende vochtige lucht
veroorzaakt tropische regenbuien. In het oosten is het relatief
koeler en droog. De sterke convectie boven het warme zeewater
in het westen is bovendien de belangrijkste motor van atmosferische
winden, die warmte in de richting van de polen transporteren.(zie
onderdeel: Het natuurlijke broeikaseffect) Tijdens een El
Niño-periode verplaatst het lagedrukgebied boven Indonesië
en de westelijke Pacific zich naar het midden van de Stille
Oceaan, waardoor het normale patroon wordt verstoord, met gevolgen
voor het weer in de rest van de wereld. Als het belangrijkste
gebied met stijgende lucht van plaats verandert, verplaatsen
ook andere lagedrukgebieden zich (zoals boven het Amazonegebied
en tropisch Afrika). Dit heeft droogtes tot gevolg in Indonesië,
Australië, de Filippijnen, het Amazonegebied, de Antillen
en zuidelijk Afrika, en overvloedige regenval in het midden
van de Stille Oceaan, Oost-Afrika en langs de kust van Equador
en Peru. Ook de Aziatische moesson wordt soms verzwakt door
El Niño.
Tevens wordt de kans op tropische orkanen door El Niño
beïnvloed. Zo worden de Caraïben en de oostkust van
Noord-Amerika juist minder geteisterd door orkanen, in tegenstelling
tot de westkust die gemiddeld meer orkanen te verwerken krijgt.
El Niño zorgt ook voor relatief milde winters in Alaska
en het westen van Canada, en relatief koude en natte winters
in Florida. Het verband met El Niño wordt kleiner naarmate
het gebied verder van de tropische Stille Oceaan afligt. Zo
is bijvoorbeeld de koppeling tussen regen en El Niño
in Indonesië veel sterker dan tussen regen en El Niño
in India. De effecten hangen ook sterk af van de tijd van het
jaar.
De invloed op Europa, en in het bijzonder op België en
Nederland, is klein. Mogelijk valt er in de lente gemiddeld
meer neerslag.
Effect van El Niño op de
mondiale gemiddelde temperatuur
Tijdens en na een El Niño is de
mondiale gemiddelde temperatuur hoger dan normaal. Waar komt
deze extra warmte vandaan? Er zijn 2 effecten die een rol
spelen:
Het warme oppervlaktewater
uit het westen van de Pacific is tijdens een El Niño
over een groter oppervlak naar het oosten uitgesmeerd, waardoor
gemiddeld genomen de atmosfeer warmer wordt.
Op de gematigde breedtes
wordt, door het patroon van door El Niño gewijzigde
winden, over het algemeen de oceaan iets afgekoeld en de
continenten iets opgewarmd.
Bovenstaande figuur geeft de gemiddelde mondiale
temperatuur weer sinds 1856. Aangegeven is de afwijking ten
opzichte van de periode 1856-1899. De groene lijn geeft de jaargemiddelden
weer, de blauwe lijn het voorschrijdend gemiddelde over 15 jaar.
De sterke El Niño's zijn in het grijs weergegeven en
karakteristiek is de verhoging van de mondiale gemiddelde temperatuur
tijdens het eerste jaar, gevolgd door een nog grotere verhoging
in het tweede jaar.